Deze week heb ik samen met Anne van Wageningen een zgn. opstelling op het Wolfert Lyceum in Bergschenhoek verzorgd. Een 1 VWO klas waar de sfeer niet goed is. Waar kinderen hun sociale plekje proberen te veroveren (onbewust) ten koste van een ander. Er worden kinderen buitengesloten, gepest, omdat ze anders zijn of waar niet meteen hoogte van te krijgen is. Er zijn kinderen die bij de vervelende groep aangesloten zijn omdat ze vroeger zelf gepest zijn. Bekende groepsissues dus.
Na de uitleg plaatsten de leerlingen ieder een poppetje op het vlak, in het veld. Op een plek waar zij voelen of vinden dat ze staan in de klas. Meteen werd zichtbaar dat enkele leerlingen zich buiten de groep plaatsten, alleen of aan de rand van het veld. Je voelde de spanning toenemen.
Elk kind, elk mens, gaat anders met spanning om. De een gaat zenuwachtig giechelen, de ander keert in zichzelf en is stil, weer iemand anders maakt hardop opmerkingen of een geforceerd grapje of er wordt onderling gefluisterd. Dat hebben we allemaal benoemd, niet veroordeeld. Juist uitgelegd dat dat een beschermingsmechanisme is om je kwetsbaarheid niet te laten zien. Er gebeurde van alles in die koppies.
Iedereen keek naar het veld. “Wat valt jullie op?” Het gesprek kwam langzaam op gang. Eerst nog wat sociaal wenselijke opmerkingen. Vervolgens werd wat heel duidelijk te zien was benoemd. Er staan kinderen alleen…
In de tweede ronde mocht iedereen er een emotie bij leggen en het poppetje eventueel verplaatsen. We gingen de kring rond en in eerste instantie legde iedereen een blije smiley neer. Ik dacht nog ‘wat als iedereen dit doet?’ Maar we waren niet voor niets gevraagd om aan de slag te gaan met deze klas. Vertrouwen, het laten gebeuren… En jawel hoor, andere emoties volgden. Frustratie, verdriet, boos, bang, etc.
Nu werd het echt stil in de klas. Dit was serious business, dat voelde iedereen, ook de raddraaiers. Confronterend. Hier kon niemand meer omheen. Dit speelt dus in de groep, feitelijk, maar vooral in de onderstroom, de laag waar gevoeld wordt. Stilte.
En toen kwam het moment dat een meisje het woord wilde en een heel helder beeld van de klas schetste. Wat een reflectie! En daarna durfden enkele kwetsbare kinderen zich uit te spreken. Met tranen. Vervolgens de middengroep die aangaf het wel af en toe te merken, maar dacht dat het niet zo erg was. En dan de stoere jongens die regelmatig lompe opmerkingen maakten die nu hun excuses aanboden, echt gemeend, aangaven dat ze er niet zo bij stil hadden gestaan wat het met de ander deed.
Wat dapper van al deze kinderen om hun zegje te doen. En wat een beweging! Na de les bleven enkele leerlingen hangen. Ze gaven aan zo blij te zijn dat er wat aan de sfeer in de klas gedaan werd en dat deze manier wel heel fijn was. Zonder al teveel woorden zag en voelde iedereen wat er speelt/de in de groep. Voorbij het denken. Beelden zeggen zoveel meer dan woorden. Niemand ontkwam eraan.
Over twee weken gaan we terug. Nog wat doorpakken, zodat er daadwerkelijk op een diepere laag permanent wat verandert. Ben heel benieuwd wat voor een (veranderde) groep we aantreffen…
Wat een dankbaar werk is dit 🧡